Vandaag heb ik Nam Tok Tat Fa bezocht, de tweede van de drie watervallen in Nationaal Park Tat Ton. Nam Tok Tat Fa ligt circa tien kilometer oostelijk van Nam Tok Tat Ton.
Ik bezocht deze waterval al eerder, samen met Jesse in 2007, maar we zijn toen niet verder dan de helft van de eerste trap (glijbaan) gekomen omdat ik uitgleed, een doodsmak maakte, half bewusteloos terug naar Ban Ngio Mai ben gereden en daar een nacht in het ziekehuis moest doorbrengen.
Op de afgelegen toegangsweg, net voor de toegangspoort, werd ik vanmorgen vroeg ingehaald door een auto. Er was niemand bij de poort en ik reed, voor de eerste keer, een nationaal park in zonder 200 baht te betalen (yeahh).
Uit de auto, die vijftig meter verder was gestopt, stapte een vrouw gekleed in een camouflage uniform. Duidelijk een parkwachter. Ze vroeg geen entree maar toonde waar ik de scooter kon parkeren.
Er was verder niemand in dit deel van het park, niemand bij de huisjes, niemand bij de waterval en niemand langs de loop van het riviertje gedurende de uren dat ik daar langs liep en klauterde.
Het was een mooie, inspannende, tocht. En een paar keer vroeg ik mij af, met de afloop van het eerste bezoek in gedachte, of ik zo'n tocht wel alleen moet maken.
Ik heb de Tat Fa gevolgd tot een paar honderd meter voorbij het punt waar het water onder een rots vandaan kwam. Nergens voorbij dat punt trof ik nog water in de droge, met grote rotsen bezaaide, bedding.
Ongeveer op de helft van de tocht betrad ik een gedeelte waar door mijn komst zeker duizend vlinders opvlogen. Ik ging zitten en genoot van het schitterende schouwspel. Na een minuut of twintig zochten alle vlinders weer een rustplekje maar terwijl ik opstond om verder te gaan, vlogen ze weer allemaal op.
Op de terugweg heb ik hier weer een halfuur gezeten. Wat een ervaring!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten