Laat
naar bed, vroeg op, ruim 500 kilometer rijden en voor de derde keer
teleurgesteld bij Wat Pha Koeng. Dat is mijn dag, vandaag, kort
samengevat.
Ik
slaap vanavond in een 5 sterren hotel/resort halverwege Chaiyaphum en
Wat Pha Koeng. Goed verzorgd allemaal, dat wel, en op kosten van
mevrouw Wattanapran (de Thaise overheid). Ik heb net heerlijk gegeten
en het werd nog gezellig ook, met mevrouw Wattanapran, Channarong,
Pravat, Soiying en de Phu Yai Ban van Ban Ngio Mai maar morgenochtend, na
het ontbijt, nemen we afscheid en rij ik terug naar Khao Noi.
Vannacht waren we iets over half één thuis, nadat we Leon naar
Suvannabhumi brachten. In de auto had ik verteld over het telefoontje
van Channarrong en haar verzoek naar Wat Phra Koeng te komen. Pui was
kort en bondig, ze vond het niks. Ze ziet altijd al op tegen de lange
vliegreis en dan een dag van tevoren zo lang in de auto zitten, heen
en terug, zag ze niet zitten. Maar ze vond het gelukkig geen probleem
als ik alleen zou gaan.
Na
een korte nacht zat ik om iets voor zessen achter het stuur van de
Hi-lander. Onderweg stopte ik alleen om te tanken en een
ontbijt-to-go bij de zeven-eleven te kopen en om kwart over elf reed
ik de berghelling naar Wat Pha Koeng op, met 507 kilometer op de dagteller.
Ik kon de oprit naar de Wat niet oprijden omdat deze was versperd door twee legerjeeps en
vier militairen, met geweren over hun schouder. Ik
zette de Hi-lander, een stukje verder, in de berm en liep terug in de
richting van de jeeps. Twee militairen kwamen gelijk naar mij toe
gelopen en gebaarden dat ik weg moest gaan. Ik kreeg nauwelijks de
gelegenheid om te vertellen dat ik hier was op uitnodiging van
mevrouw Wattapran. Maar toen ik haar naam viermaal, steeds iets
luider, had herhaald, leken ze eindelijk voor rede vatbaar. Tegelijk
zag ik dat Channarong, vanachter de jeeps, kwam aanlopen.
Op
het terrein van de Wat, vanaf de weg niet zichtbaar, stonden nog een
legerjeep, twee legertrucks en acht militairen. Ik zag dit terwijl
wij de oprit opliepen en Channarong vertelde dat zij en mevrouw
Wattapran twee dagen terug een middag op het terrein hadden
doorgebracht en spraken met de abt over de tempelgeschiedenis.
De
abt had verteld dat Wat Pha Koeng, nu een tempelcomplex met meerdere
gebouwen, in de tweede helft van de twaalfde eeuw was gestart vanuit
één kapel en één beeld. Een beeld, van de ascetische monnik Pu
Duang die als asceet afgezonderd leefde in de bossen rondom de
tempel, en volgens de overlevering afstamde van de Khmer.
Ik
had de kapel en het beeld van Pu Duang al eerder gezien, maar wist
niet van de geschiedenis. Ik zag nu dat de
legerjeep en -trucks voor deze kapel stonden, evenals mevrouw
Wattapran, Pravat, Soiying,de Phu Yai Ban van Ban Ngio Mai en drie
monniken. Ik wilde een foto maken van deze setting maar een van de
militairen kwam gelijk naar mij toe om duidelijk te maken dat dit
niet de bedoeling was. Mevrouw Wattapran haastte zich om excuses te
maken, 'sorry' zei ze 'voorlopig alsjeblieft even geen foto's.'
In
een van de legertrucks bleek een holle-ruimte-scanner te staan.
Channarong liet mij zien dat de kapel tegen de berg was gebouwd en
vertelde dat zij en mevrouw Wattapran overtuigd waren geraakt dat de
achterwand voor een nis of zelfs grot was gebouwd en dat de nagaruda
daarin zou moeten staan. De tijdlijn klopt en de tatoeagelijn loopt hier naar toe, dat heb jij aangetoond. De nagaruda moet hier zijn!
De militair die de holle-ruimte-scanner
bediende, kon al snel aangeven dat zich inderdaad een nis achter de
kapel bevond. En aangezien mevrouw
Wattarpran al met de abt tot overeenstemming bleek te zijn
gekomen over het vervolg, als een holle ruimte zou worden gevonden, duurde het niet lang voordat de eerste stenen, door twee
militairen, werden weggehakt. Toen het gat, later in de middag, vanaf de grond ongeveer
een halve meter breed en anderhalve meter hoog was, pakte een van de militairen een halogeen looplamp en stapte achter de wand. Hij was snel
terug met een beteuterd gezicht.
De
holle ruimte bleek niet meer te zijn dan een kleine, lege, nis. Er
bevond zich helemaal niets achter de wand van de kapel. Voor de derde
keer verliet ik teleurgesteld het terrein van Wat Pha Koeng.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten