Tja, hoe heet dat

Vroeg opstaan is inmiddels gewoon, ook vanmorgen was ik er even voor 6.00 uur uit, maar weer was ik er niet als eerste uit. Het was koud (18 graden) en het begon te dagen. Op weg naar het huis van Yai Loeng hoorde ik van buren dat ik naar de dorpstempel moest gaan, daar waren ze.. bezig met de verbrandingsresten van de crematie.

De as- en botresten waren zojuist uit de crematieoven gehaald en lagen op een stuk golfplaat achter de crematieoven. Daar vonden de eerste ceremoniële handelingen van vandaag plaats. Onder toezicht van de monniken werden alle stukjes bot gescheiden van de as, schoongemaakt en in een urn geplaatst. De as werd ter plekke begraven en de urn ging, na de nodige rituelen, mee naar het huis van Yai Loeng.

 

 


Bij het huis van Yai Loeng werden weer allerlei gerechten bereid en was het wachten tot de monniken arriveerden voor de volgende ceremonie. Na de ceremonie werd (weer) gegeten - eerst de monniken uiteraard - en daarna werden de cadeaus voor de monniken in een auto geladen en naar de tempel gebracht.

 

 



Familie, vrienden en kennissen gingen (weer) in processie naar de dorpstempel, Dit keer om de urn, met botresten bij te zetten in een ... (tja, hoe heet dat). Ook nu werd met ingepakte muntjes gestrooid, wierook gebrand en knalvuurwerk afgestoken.



 

 

 





Bij de allerlaatste handeling kreeg ik nog een onverwachte rol. In ... (wie weet hoe het heet, mag het zeggen) zaten twee openingen die met twee luikjes in cement werden afgesloten. Daar waren ze niet zo handig in en mijn vakwerkervaring kwam van pas. Ze zitten er mooi in de deurtjes, in die ....





Hoewel er de afgelopen dagen werd gerouwd, werd er ook wel gelachen gedurende alle plechtigheden. Wellicht heeft dat te maken met de boeddhistische leer waarin doden reïncarneren. Vanuit die gedacht, dacht ik vanmorgen aan een fragment uit een (heel slecht) in het Engels vertaald Thais boek: Look Isaan (Look = kind en Isaan = het Noordoosten van Thailand) geschreven door Koon Boontawee in 1975/1976.

In dat fragment (als ik het goed herinner) kijkt een vader, tijdens de crematie van een familielid, naar de rook die uit de schoorsteen van de crematieoven komt en zegt tegen zijn zoontje 'De wind staat naar het dorp, we moeten opschieten anders is ze eerder terug dan wij'.

Rond 11.30 uur reden wij weg uit Ban Ngio Mai, weg van Yai Loeng. Rond 18.00 uur kwamen we aan in Pattaya.

Crematie

Vanmorgen was ik vroeg wakker, maar niet als eerste. Midden in de nacht hebben een aantal familieleden inkopen gedaan op de nachtmarkt in Bua Yai en bij het huis van Yai Loeng werden gerechten (voor)bereid voor het ontbijt ter plekke en de lunch in de tempel. Pui had een korte nacht.

 

 


Er was voor ieder gelegenheid om afscheid te nemen en een wierookstokje te plaatsen. Na een korte ceremonie, waarbij ook nog collectief wierook werd geplaatst, werd de (koel)kist rond 9.20 uur op een auto geplaatst en in een kleine processie, met Pui met een foto van Yai Loeng vooraan, naar de dorpstempel gebracht.


De kist, bloemen en andere versierselen werden voor de crematieoven geplaatst en na een korte ceremonie, in de hoofdruimte, werden de monniken voorzien van eten en daarna ook de gasten.


Na de lunch arriveerden nog meer gasten en monniken, vanuit dorpjes in de omgeving, voor de afscheidsceremonie. En als laatste handeling werd de kist in de oven geplaatst voor de daadwerkelijke crematie.

 


En hiermee is het nog niet afgelopen...

Tante†


Het apenfestival in Lopbury is ieder jaar op de laatste zondag in november, je moet het maar weten. Op internet stond het in ieder geval niet, daar stond dat het in 2013 op maandag 25 november zou plaatsvinden. Wij waren dan ook niet de enige toeristen die maandag naar Lopbury togen om het apenspektakel te zien. Een aantal reageerde zelfs boos op de ticketverkoopster bij de Phra Prang Sam Yot, de centrale verblijfplaats van de +/- 3000 Lopbury-apen die zich vrij en blij (en brutaal) door de gehele stad verplaatsen.





 

 

Gelukkig is Lopbury zonder apenfestival ook de moeite waard. Het is een van de oudste steden in Centraal Thailand met in het centrum een aantal fraaie ruines van oude heiligdommen, tempels en een paleis. Lopbury is ook de moeite waard vanwege de legerbasis waar Nà is gestationeerd en het was lang geleden dat wij hem zagen. Nà vond het ook leuk ons weer te (kunnen) zien, dus 'spijbelde' hij een middagje en trakteerde ons op een lunch, een lunch zoals een echte Thaise lunch hoort te zijn.

 

Na de lunch moest Nà nog langs de basis voor een korte klus, als beheerder van het brandstofdepot moest hij een legervoertuig voorzien van benzine, en vervolgens nam hij ons mee naar de Pa Sak Jolasid dam. Deze dam is gebouwd op initiatief van koning Bhumibol Adulyadej en sinds 1998 is het grootste waterreservoir van Centraal Thailand in gebruik voor irrigatie, in droge periodes, van het omliggend land.



Lopbury ligt op 3 uur rijden vanaf Pattaya. Wij reden in de ochtend weg om 7.00 uur (om op tijd te zijn voor het apenfestival) met het plan in een hotel te overnachten en de volgende dag terug te rijden. Tijdens onze wandeling over de dam belde Yat echter met het trieste bericht dat Tant Yai Loeng zojuist was overleden. We besloten direct terug te rijden naar Pattaya en gelijk de volgende dag naar Ban Ngio Mai te rijden.

Het werd een lange dag in de auto. Eerst langs het reisbureau de papieren voor onze trip naar Cambodja ophalen, en betalen, en vervolgens via (Zuid) Bangkok, en de daar gebruikelijke filedruk, Mai en Sid ophalen. Na ruim 530 kilometer, en drukke wegen, kwamen we rond 18.30 uur aan in Ban Ngio Mai waar de monniken al lang klaar waren met de middag/avond ceremonie en de familie bezig was om de rommel van het aansluitende maal voor alle gasten op te ruimen. Voor ons was het een en ander bewaard. We toonden respect, staken een wierookstokje aan en aten in de buurt van de kist.

De kist met het lichaam van Yai Loeng staat in een grotere kist, met koeling, opgesteld onder haar huis. De kist blijft hier staan tot de dag van de crematie (morgen als ik het goed heb begrepen) en de naaste familie, vrienden en buren eten en drinken gedurende deze dagen in de nabijheid. Er vinden dagelijks ceremonies plaats voorgegaan door monniken, er wordt muziek gedraaid, er wordt gegeten en (alcohol)gedronken en er worden spelletjes gespeeld (gegokt), naast de kist.

De komende dagen staan voor ons in het teken van rouw. Maar vrijdag moeten we wel terug naar Pattaya, zaterdagochtend vroeg reizen we daarvandaan naar Cambodja.

Klusjes

Het heeft gisteravond hard geregend en de straten waren vanmorgen vroeg nog nat. Aangezien er geen geen spatborden op mijn fiets zitten, zaten mijn broek en shirt aan de achterkant, na 36,38 kilometer inbijna twee uur, dik onder de modderspetters. Maar het was weer een bijzonder rondje met een stevige, steile, klim na 10 kilometer en bij het draaipunt een smerig vissers haventje – wat heel mooi had kunnen zijn - met in en aan het water veel afval van vooral plastic gebruiksartikelen. Thais zijn niet milieu bewust, ze gooien alles zomaar overal weg. En als ik er wat van zeg, zeggen ze 'mai pen rai (= maakt niet uit) this is Thailand.'.

Terug in Khao Noi weer lekker in het zwembad afgekoeld en daarna in huis een paar klusjes gedaan. Gaatjes geboord, een slanghouder op de muur geschroefd en de tuinslang aansluiting, verroest en lekkend, vervangen door een nieuwe.

Later in de middag een heerlijke oliemassage, die mijn fietsspieren wel kon gebruiken, en daarna naar Central Festival, in kerstsfeer, om te eten bij een MK restaurant en naar de film te gaan. Het blijft toch ook bijzonder om voor aanvang van de film, na de trailers van komende films en de reclames, een minuut te (moeten gaan) staan ter ere van de koning. Hij zal het wel verdiend hebben. 


Vanavond lekker rustig thuis en morgen vroeg op. Niet om te fietsen maar om, in Lopburi, naar (zo'n 3000) aapjes te gaan kijken..

Ticket-koopdag

Vandaag was het ticket-koopdag.
We kochten tickets voor een reisje naar Angkor Wat. Met de bus heen op 30 november en op 3 december per vliegtuig, via Bangkok, terug naar Thailand. We kochten ook vliegtickets voor een reisje naar 'modderige samenloop van rivieren' (Kuala Lumpur) in Maleisië, heen op 2 januari en retour op 5 januari. En we kochten tickets voor de filmvoorstelling, morgen om 18.10 uur, van Tom Yam Kung 2 (klik hier voor de trailer), het vervolg op Tom Yam Kung uit 2005. Als je van actiefilms houdt, moet je deze films zien!


In de parkeergarage van het winkelcentrum, waar op de bovenste etage de filmzalen zijn, zag ik nog iets dat ik nooit eerder zag: lady parking, een complete parkeerverdieping allen voor vrouwen. Grappig hoor..


Na mijn fietsrondje, 18 kilometer onverhard in ruim een uur, gisteren, zijn we in de auto gestapt richting Pattaya, met mijn fiets in de laadruimte. Vanmorgen zat ik weer om 6:45 uur op de fiets, dit keer voor een rondje Pattaya: ruim 31 kilometer in 1 uur 38, Khao noi (= kleine berg) af, asfalt, stoplichten, uitlaatgassen, tot taladnat phla (= vismarkt) Naklua en terug. Een geheel andere ervaring dan mijn ritjes door de rijstvelden en dorpjes rond Ban Ngio Mai. Ook anders omdat ik in Pattaya na het fietsen een heerlijke frisse duik in het zwembad kan nemen.

Het voelt wel goed om even weg te zijn uit Ban Ngio Mai. Niet vanwege de familie, wel vanwege Soiying. Er hing voor mij toch een bepaalde spanning door haar hulpvraag. Maar ik ben ik nog steeds vastbesloten haar te helpen, waar ik dat kan.

Ik zoek niet langer naar gebouwen die op de twee onderste tatoeages lijken, dat lijkt een onmogelijk zoektocht. Ik heb wel bedacht, vanmorgen tijdens het fietsen, dat ik ga zoek naar een link tussen Angkor wat en Phrasat Hin Phimai. En ik ga, te beginnen bij Pui, kijken of ik meer te weten kan komen over de geschiedenis van Ban Ngio Mai en haar inwoners. Ik mag niets meer vragen over het ritueel maar interesse in het dorp kunnen ze mij niet kwalijk nemen, lijkt mij (hoop ik).

Vroeg op, niet fietsen

Weer om 6:00 uur op gister, maar niet om te fietsen, tante moest weer naar het ziekenhuis. Wel dichtbij gelukkig, het ziekenhuis in Bua Yai dit keer, maar het gooit wel je dag in de war. Ik had niet eens tijd om te bloggen s'avonds.

Ik ben niet in het ziekenhuis gebleven maar weer gaan wandelen. Door winkelstraatjes, langs de school en door de tempel, die ik niet eerder bezocht en best een groot terrein beslaat. Na een paar gebouwen waar de monniken waarschijnlijk slapen, zag ik een schitterende bodhiboom, op een vloeroppervlak van zeker 200 m2. Iets verder zaten drie monniken te niksen en toen ze mij zagen vuurde een van hen, in het Thais, tal van vragen op mij af: uit welk land kom je, hoe oud ben je, hoe heet je, hoeveel kinderen heb je, waar leef je, hoe lang kom je al in Thailand.. Ik begreep alle vragen en kon ze ook allemaal goed beantwoorden, in het Thais. Nog iets verder stond een groot boeddhabeeld, in aanbouw/afbouw, in de steigers, leuke schildersklus!


 

De rest van de dag bracht ik, met mijn e-reader door op het ziekenhuis terrein. Pui is heel de dag bij tante gebleven, pas laat in de middag gingen we naar huis. Tante moest een nachtje blijven, wat ze niet wilde, en s'avonds zijn we ook nog langs gegaan om spulletjes te brengen. Yat, de zus van Pui, bleef slapen bij tante in het ziekenhuis, op de grond. Maar midden in de nacht belde Yat al om te zeggen dat we tante vroeg moesten ophalen, ze had de hele zaal wakker gehouden omdat ze naar huis wilde en dat ook luid liet blijken. Weer niet fietsen!

Morgen gaan we naar Pattaya om de reis naar Myanmar of Cambodja te regelen, we moeten nog kiezen naar welke bestemming we eerst gaan. Maar eerst vroeg op en fietsen..

Ik heb (op verzoek van Henny) een tekening gemaakt van Soiying's tatoeages, het is geen meesterwerk en geen exacte weergave. Het schets een beeld, meer niet.

Er was geen tijd voor nog een ontmoeting met Soiying om te vragen of ik de tatoeages nog eens mocht zien. Ik heb haar zelfs niet meer gezien na onze geheime ontmoeting.

Boven is Angkor Wat en daaronder Phrasat Hin Phimai, dat kan niet missen. De vraag is nu wat de twee anderen voorstellen. Maar de voornaamste vragen zijn 'Waarom deze tatoeages?' en 'Wat is de betekenis ervan?'.

46 km

Vanmorgen was ik nog eens een half uur eerder op dan anders. Ik had gister een fietsroute bedacht van ruim 46 km en ik wilde thuis zijn voordat de zonkracht te sterk werd. Om 6:00 uur op de fiets dus voor een heerlijk rondje van 2 uur en een kwartier.

Na het ontbijt zijn we, met de auto naar Bua Yai gereden om de elektriciteitsrekening te betalen, 525 baht deze maand, en wat boodschappen bij de Tesco Lotus. Na wat e-lezen en een middag(hitte)dutje heb ik mijn fiets schoongemaakt en de ketting, voor en achter as ingespoten met de vanmorgen bij de Tesco gekochte olie. Hij loopt weer gesmeerd..

Tegen de avond ben ik met Elle naar de markt in Sida gereden om wat gerechten voor het avondmaal te kopen. Elle heeft op de heenweg ook een stukje gereden en was vooral bang van tegemoet komende vrachtwagens. Het gaf mij wel de gelegenheid om wat van het verkeer te filmen.


Ik heb Pui gister niets verteld over mijn gesprek met Soiying en haar hulpvraag en vanmorgen tijdens het fietsen heb ik besloten dat voorlopig ook niet te doen. Het blog leest ze niet dus vanaf daar zal ze het ook niet te weten komen. Ik vrees dat ze het, in haar altijd aanwezige enthousiasme, niet voor zich kan houden. Ik ga haar op een later moment alles vertellen natuurlijk, maar nu nog niet!

Tijdens mijn fietsronde heb ik ook nagedacht wat ik nou kan betekenen voor Soiying en eerlijk gezegd weet ik niet goed wat te doen. Als iemand dit leest en een tip heeft, hoor ik die graag!

Op internet ben ik een zoektocht gestart, dat levert tot nu toe niet veel op. Via de Google opdrachten Khmer steden en Khmer tempels kom ik naast Angkor Wat, Phrasat hin Phimai en de rode Khmer (het Cambodjaanse schrikbewind uit de jaren 70') best veel plaatjes tegen van Khmer tempels maar geen die lijkt op die van de tatoeages.

Soiying

De straatjes in Ban Ngio Mai zijn ooit ontstaan als looppaden van dorpsbewoners, hun waterbuffels en de, door dezelfde waterbuffels 'aangedreven', landbouwwerktuigen. Op meer dan één auto zijn ze 'nu' in ieder geval niet berekend want ten behoeve van de aanvoer van tenten, tafels, stoelen en catering voor de trouw-party, gister bij de buren, moest ik onze auto zeker tien keer verplaatsen. Auto achteruit, andere auto erin of eruit, auto vooruit, enzovoort.

Maar de trouw-party was leuk, en vroeg! Om 11:00 uur (ja ochtend) waren we weer thuis. De dorpswinkel, waar wij doorgaans ontbijtgerechten kopen, verkocht deze dag niets – ze hadden ook niets ingekocht - omdat het hele dorp tijdens de party werd getrakteerd een uitgebreid feestmaal.



S'avonds zijn we naar BuaYai gereden voor de viering van Loy Kratong, een festival dat gevierd wordt in Thailand en omliggende landen. Na het Thaise nieuwjaar (Songkran) op 13 april is dit het meest populaire festival.

 

 

Vanmorgen ben ik weer om 6:30 gaan fietsen maar dit keer niet om een een uurtje te zweten. Ik had een afspraak met Soiying, het meisje van de tatoeages. Tijdens de bruiloft sprak zij mij op een gegeven moment aan, voor de omstanders gewoon als geïnteresseerde in het wel en wee van een farang, maar op het moment dat wij aan het gehoor van anderen waren onttrokken vroeg ze mij, met overtuigende diep zwarte ogen, om hulp. Ik had niet zo'n behoeft aan nog een confrontatie met de Phu Yai Ban maar was wel geïnteresseerd in haar verhaal. Zij stelde voor elkaar de volgende ochtend, vandaag dus, te treffen op een bebost paadje, langs het riviertje net buiten het dorp.

Ik trof haar op een heuveltje en plaatste mijn fiets op haar aanwijzing achter dicht struikgewas en tien meter verder gingen we samen op een gladde, ontschorste, boomstronk zitten. Geen mens die ons hier zou zien. Soiying stak gelijk van wal. Ze vertelde dat ze niet onder de selectie uit kon, maar totaal geen zin had in het beperkte leven dat haar nu wachtte. Van ontberingen ontziend en beschermd tegen iedere bedreiging maar ook nooit meer buiten de grenzen van het dorp mogen.
Op mijn vraag waarom ze juist mij hierover aansprak zei ze dat ik de enige, niet dorpeling, ben die zij vertrouwd om hierover te praten. 'Wat de tatoeages precies betekenen' zo vertelde ze 'weet ik niet precies. Als er iemand is die dat wel weet, dan woont diegene niet in ons dorp. Ik wil de betekenis weten en kunnen afwegen of het mij het beperkte leven, dat me te wachten staat, waard is.'

Ik heb zeker tien minuten zitten overwegen wat te doen en besloot toen dat ik haar ga helpen. Proberen althans, ik ben ook heel nieuwsgierig naar de betekenis van de tatoeages. Ze reageerde met ingetogen blijdschap op mijn besluit haar te helpen. 'Weet dat je risico loopt, maar als niemand in het dorp er vanaf weet, zal dat risico meevallen. En van mij zal niemand het te horen krijgen'

Op mijn vraag waar te beginnen had Soiying een kort antwoord. 'Ik weet dat de tatoeages gebouwen voorstellen, twee daarvan ken ik. De grootste tatoeage, van schouder tot schouder, is overduidelijk Angkor Wat en de tweede tatoeage is waarschijnlijk Phrasat Hin Phimai. Van de andere tatoeages weet ik niet welke gebouwen het zijn of in welke steden ze staan. Meer weet ik niet.'

Ik vertelde Soiying dat ik ook al had bedacht dat de tweede tatoeage veel weg had van Phrasta Hin Phimai maar niet had gezien dat de bovenste Angkor Wat was. Ik vroeg haar of ik de tatoeages mocht zien en wilde er een foto van maken. Ze liet ze wel zien maar een foto maken stond ze niet toe. Nadat we zeker kwartier hadden gesproken, ben ik op mijn fiets gestapt en terug gereden naar het dorp. Tegen ieder die het vroeg, vertelde ik over de mooie route die ik vandaag reed.

Manieren

Laat ik het zo zeggen; Thais zijn anders gemanierd. Zo nemen ze, ongeacht wat ze aan het doen zijn of met wie, hun telefoon op als die overgaat. Daardoor voel je jezelf soms niet meer aanwezig, of er toe doen, tot het telefoongesprek is beëindigd. De meeste Thais zijn ook televisie-, laptop-, tablet- en/of smartphonescherm verslaafd. Als een beeldscherm in de buurt is, of in de hand, kijken ze ernaar.
Maar e-lezen doen ze blijkbaar niet.

Na mijn dagelijks, vroege ochtend, fietsrondje (17,46 kilometer), en daarna een heerlijke koude (watergooi)douche en rijstontbijt, ben ik naar Nakhon Ratchasima gereden om een lampje voor mijn e-reader te kopen. In ieder stadje is wel een winkel te vinden met telefoons, tablets en laptops. En in de grotere steden, zoals Nakhon Ratchasima, zijn zelfs grote IT-centers met verdiepingen vol beeldschermspul.

 

Maar nergens is een e-reader, laat staan een e-readerlampje, te bekennen.
Ik heb wel heerlijk pad bai tsepauw (gebakken rijst met kip, basilicum en een gebakken ei) gegeten en teng mo pan (watermeloen smoothie) gedronken, maar keerde dus zonder e-readerlampje terug naar huis. Zo ook zonder fietspomp, bandenreparatie setje, helm (met camera) en kruipolie.

 


Laat in de middag reed ik, net buiten het dorp, aan de overkant van de weg een pad in langs een riviertje. Ik wilde kijken of ik daar morgenochtend mijn vroege ochtend rondje kan starten. Na ongeveer twee kilometer eindigde het pad echter. Op het moment dat ik wilde omdraaien, wuifde iemand naar mij vanuit een watermeloenveld. Als Thais wuiven - hun arm opsteken en hun hand op en neer bewegen - dan betekent dat 'kom eens'.

Ik stapte af, liep het veld in en zag pas op het moment dat ze de breedgerande zonnehoed op haar achterhoofd schoof, dat dit het meisje was van de tatoeages. Ze begon in uitstekend Engels haar excuses te maken voor het feit dat ik een paar dagen terug door de Phu Yai Ban de les was gelezen. Ik onderbrak haar en zei dat ik haar dat niet kwalijk neem en zij haar excuses niet hoefde aan te bieden.

Ze nam me, een beetje schichtig, mee naar een beschut plekje en nodigde me uit te gaan zitten. Ik vroeg of ze aan het werk was op het watermeloenveld. 'Nee' zei ze, 'ik hoef niet langer te werken, het dorp zorgt voor mij.' Verbaasd vroeg ik wat dat betekende. 'De tatoeagedraagster' zo zei ze 'wordt geacht een zo lang mogelijk leven te leiden en daarom ontzien van iedere ontbering en beschermd tegen iedere dreiging.'

Ze vertelde ook dat zij was geselecteerd vanwege haar perspectief op een lang leven. Ik begon wat zenuwachtig te worden en sprak mijn zorg uit omdat dit gesprek de Phu Yai Ban voldoende aanleiding zou geven mij uit het dorp te zetten. Ze verzekerde mij dat niemand van haar zou horen dat wij elkaar spraken. Ik fietste snel naar huis terug.

Ochtendsfeer

En weer zat ik vroeg op de fiets, 6:23 uur. 21,88 kilometer, naar Bua Yai en terug, in ruim een uur.
Een asfaltrondje vandaag want ik had geen zin om later weer een uur te boenen en te poetsen.

Terug in Ban Ngio Mai heb ik wat ochtendsfeerbeelden gefilmd:

- De slaapverdieping met uitzicht op rijst drogende buren, wat kasten, een foto van Matti en foto's van monniken bij het altaar in de hoek. En uiteraard de hardhouten vloer die ik in 2007 in de lak zette, hij ligt er nog mooi glanzend bij.



- Buiten twee buurjongetjes, de een op zijn fiets met zijwieltjes en de ander, iets jonger, met zijn loopauto. Yai Hoi kookt groenten en praat met Pui, Mai en Pa(tante) Won, die de jongens aanmoedigt op hun weg terug.


We brengen Mai, de zus van Pui, naar de bus. Ze gaat terug naar Bangkok naar werk en man. Met oud en nieuw komt ze weer naar Ban Ngio Mai. Ook Masha neemt de bus, richting Khon Kaen een uurtje omhoog, om haar ouders te helpen met de rijstoogst. Daarna rijden we ook nog even langs de schoonouders van Ning (de dochter van Mai).

In de avond gaat het iets harder waaien en het regent. Als dit de uitloper is van Haiyan valt het mee,. Het is heerlijk verkoelend, alleen Yai Hoi heeft het koud.

Ik zoek op internet naar Thaise tatoeage rituelen. Er is best veel te vinden over tatoeages in Zuidoost Azië maar niets over de overdracht, het kopiëren, van tatoeages. SakYant is een tatoeëer wijze in Zuidoost Azië die wordt gehanteerd door monniken en magiërs (ja, als je in die laatste gelooft natuurlijk). Sak Yant is ontstaan in het Khmer rijk en Khmer strijders waren van kop tot teen bedekt met tatoeages.

Fietsen

Ik ben niet altijd een ochtendmens geweest, maar het wel geworden na zeventien jaar vanaf zeven uur s'ochtends achter de kwast te hebben gestaan. En ik heb er geen probleem mee, de (vroege)ochtend is het mooiste moment van de dag, ook in Thailand.

Om 6:25 uur zat ik op mijn fiets. Een half verharde en half onverharde route, van ruim 16 kilometer in een klein uur. Door rijstvelden, dorpjes en langs een riviertje, waar voor mij uit tientallen visjes opsprongen en een fris briesje mij tegemoet kwam. Na een kilometer bijna door twee honden in mijn kuiten gebeten en op exact twee kilometer vastgezogen in een rijstveld. Tussen kilometer zes en zeven gestopt om naar een grote, boven de rijstvelden cirkelende  roofvogel te kijken. En nog geen negenhonderd meter verder alweer gestopt voor een boerin die mij, met haar kudde runderen, tegemoet kwam. Thailand op zijn mooist!

Ik ben vervolgens ook nog wel een uur bezig geweest met het rood lateriet en rijststro vrijmaken van mijn fiets. Maar dat hoort erbij.

Na het ontbijt, Thaise les en een hitte-dutje ben ik met Elle met de Hi-lander naar de plaatselijke Isuzu dealer gereden voor een kleine beurt en keken ook even naar de MU-X..


Na een uurtje Skypen met Jesse heb ik nog wat gegoogled op het Khmer-rijk. Het blijkt dat over het dagelijkse leven en de inrichting van de Khmer-maatschappij relatief weinig bekend is.

JayavarmanVII was als koning (van 1182 tot wellicht 1215) verantwoordelijk voor het grootste bouwprogramma dat Angkor tot dan toe had gezien. En hij was vrijwel zeker de eerste boeddhistische koning van Angkor met, juist daarom, een regeerstijl die sterk verschilde van zijn voorgangers.

ijs-gevecht


Ik begon de ochtend om zes uur, weer heerlijk wakker door vogeltjesgekwetter, met lezen en whatsappen met Matti in NL. Na een heerlijke douche (eigenlijk water over mijzelf gooien) startte ik weer met een Thaise les via internet. Als je het ook eens wilt proberen ga dan naar Learn to read Thai with Manee and Friends.

Ik was echter nog geen vijf minuten bezig of ik kon alweer stoppen omdat baby Rátásàt naar het ziekenhuis in Bau Yai moest voor zijn zes maanden prik en Ta(opa) Khun naar de bank in Bau Yai om zijn, volle, bankboekje te vernieuwen. Met een vol boekje kan hij zijn 'AOW' (500 baht per maand) niet opnemen.

Pui maakte van de gelegenheid gebruik om de zijde, die ze in Phimai kocht, naar een naaister te brengen om er een mooie sarong van te maken. En ik maakte van de gelegenheid gebruik om een wandeling door Bua Yai te maken, langs het station, de hoofdstraat, de markt, de kokosnoot pellerij, de wasserette, de nieuwbouwwijk en mijn favoriete gebakken bananen kraampje.

Weer thuis besloot ik naar Chaiyaphum te gaan om de MTB te kopen die ik daar gister zag. Op weg naar Chaiyaphum hebben we eerst de auto laten wassen, binnen en buiten voor 140 baht, terwijl wij heerlijk relaxed in een hangmat konden wachten. En vervolgens stopten we nog even bij de school waar Yat, een van de zussen van Pui, werkt. Het was net pauze en Yat verzorgde siroop met ijs. De kinderen dronken de siroop en gebruikten het ijs voor een ijs-gevecht.


In Chaiyaphum probeerden we nog iets van de prijs af te krijgen, gister was de fietsenverkoper al gezakt van 6500 baht naar 6000 baht, maar voor minder kreeg ik de fiets niet mee. Nou ja, € 150 is een koopje, toch? Terug in het dorp heb ik al even een halfuurtje gereden, het ging al schemeren, en wat wegen en (onverharde)weggetjes verkend. Morgenochtend ga ik mijn eerste echte ritje maken. Ik heb daar veel zin in!


Chaiyaphum

Vandaag hebben we de (binnenlandse) toerist uitgehangen in de provincie Chaiyaphum. In het weekend en op nationale feestdagen kan je in veel van de 72 nationaal parken die Thailand telt over de (Thaise)koppen lopen maar vandaag was het bij Mo Hin Khao en in nationaal park Tat Ton heerlijk rustig.

In de ochtend reden we, nationaal park Tat Ton voorbij, naar Mo Hin Khao, een bergplateau met grote rotsen in de meest vreemde vormen en een aantal schitterende uitzichtpunten. Op de terugweg, naar Tat Ton, kochten we langs de kant van de weg vijf ananassen voor 80 baht en vijf super grote papaja's voor 100 baht (€ 1 = 40 baht).





Voor toegang tot een Thais nationaal park moet entree worden betaald, op 65+ en baby's na, en daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen Thais en buitenlanders. Wij betaalden in totaal 360 bath voor Pui (40), Elle (40), Masha (40), Mai (40) en Michel (200). Yai (oma) Hoi, Ta (opa) Khun en baby Rátásàt betaalden niets.

In het park hebben we, met 7 personen, heerlijk gegeten – voor 300 baht! – en vervolgens hebben we een plekje gezocht bij de Tat Ton waterval, waar we uiteindelijk voor kwamen.

Chaiyaphum is een schitterende provincie waarvan de geschiedenis ook terugloopt tot het Khmer-rijk in de twaalfde eeuw. Als ik tijd heb ga ik binnenkort eens op het Khmer-rijk googelen. Volgens mij ligt er een verband met de tatoeages die ik zag. Uit de woorden van de Phu Yai Ban haalde ik gister ook zo'n verband. Ik zal er in het dorp niemand meer naar vragen maar ik wil er nog steeds meer van weten.